Addy de Jongh van Stichting Ottercenrum Nederland nam contact op met Stichting Het Wantij nadat hij bij de bestudering van de vele barrières voor de otter in het Zuid Hollandse landschap tot de ontdekking kwam dat het Wantij de meest natuurlijke toegang is voor de otter om de Biesbosch te bereiken.
Inmiddels zijn er al meerdere bezoekjes aan het Wantij geweest met Addy en zijn er ideeën gevormd om aan de oevers geschikte plekken voor dit dier in te richten. De noodzaak om oevers geschikt te maken zal, vooral in Stadswerven de nodige hoofdbrekens geven. Stichting Het Wantij is al jaren actief om natuurlijke oevers ook in Stadswerven te realiseren. Het belang daarvoor wordt alleen maar groter als Dordrecht de otter welkom wil heten want Stadswerven is de entree voor de otter naar de Biesbosch!
Datum: 10 februari 2023
Tijd: 20.00 – 22.00 uur
Plaats: Wantijzaal in Villa Augustus – route
Gratis toegang. Meld je tijdig aan!
Over Addy de Jongh
Addy de Jongh is 66 jaar oud en vader van twee kinderen. Hij heeft gestudeerd aan de Hogere Landbouwschool (nu Van Hall Larenstein) in de richting chemie microbiologie met een specialisatie milieukunde en is daarna biologie gaan studeren. Addy is afgestudeerd in de richtingen functionele morfologie, ecologie en ethologie. Een van zijn doctoraal onderwerpen, naast een studie over het grazen van ganzen, betrof een onderzoek aan het zwem- en duikgedrag van de otter (Lutra lutra) in opdracht van de bekende carnivoren bioloog dr. Hans Kruuk. Daarvoor ging hij eerst naar de Shetland eilanden.
Hans en Addy doken in duikpak achter otters aan, maar onderwater observaties bleken lastig te zijn. Tot er een jonge otter beschikbaar kwam in een wildpark in het westen van Schotland. Haar moeder was gedood door een stroper. Penny, zoals zij genoemd werd naar haar vindplaats Pennyghael op het Schotse eiland Mull, ging met Addy en Hans mee naar het Institute of Terrestrial Ecology (ITE) in Banchory, niet ver van Aberdeen. Penny zou al heel gewend zijn aan mensen en zelfs tam, maar niets was minder waar. Ze was een jonge, maar wilde otter. Pas na anderhalve maand dag en nacht met haar omgegaan te zijn, accepteerde zij Addy zomaar opeens, als een donderslag bij heldere hemel. Vanaf dat moment kon hij alles met haar doen. Ze werkte goed mee met het onderzoek. Haar onderwatergedrag en zwembewegingen waren goed te registreren met een high speed onderwater camera.
Tijdens onderzoek van Addy daar gaf Hans Kruuk aan dat het niet goed ging met otters in Europa en zeker niet in Nederland. Samen met Bart Nolet en andere studenten richtte Addy de Stichting Otterstation Nederland (SON) op, niet wetende dat het zijn levenswerk zou gaan worden. Het kon echter niet voorkomen dat in 1988 de otter uitstierf in ons land. Er moest van alles aangedaan worden om het tij te keren. De SON nam die taak op zich, in samenwerking met vele andere organisaties, stond aan de basis van natuur- en milieuherstel van natte natuurgebieden en daarmee de terugkeer van dit prachtige dier in ons land.
De SON ving de otters voor de herintroductie in Letland en Wit-Rusland en leverde ook geschikte otters uit Zweden en Tsjechië en later ook uit Oostenrijk. Langzaam begon de nieuwe Nederlandse otter populatie te groeien. Die groei werd gevolgd door middel van DNA analyses. Helaas sneuvelde er meer en meer otters in het verkeer. Er waren rechtszaken voor nodig om de rijksoverheid te dwingen daar iets aan te gaan doen. Die werden door ons glansrijk gewonnen. De otter is terug in Nederland, van de Rode Lijst gehaald, maar verkeert nog niet helemaal in veilig water. De vinger zal aan de pols gehouden moeten worden.